Winning van stikstofmest uit zuiveringsslib lijkt mogelijk, winning fosfaat lukt wellicht ook

In het project PPS Kringloopsluiting Nutriënten uit Afvalwater en Proceswater (KNAP) werken tientallen bedrijven en kennisinstellingen samen aan het terugbrengen van waardevolle nutriënten uit afvalwaterstromen in plantaardige productiesectoren. Dit om de kringloop te sluiten en minder afhankelijk te zijn van primaire meststoffen. Voor de glastuinbouw ligt de focus vooral op nitraat en fosfaat. Alexander van Tuyll (WUR) en Karel de Bruijn (Van der Knaap Groep) belichten de stand van zaken.

Tal van afval- en reststromen bevatten stoffen die voor de groei van land- en tuinbouwgewassen van belang zijn. Toch worden die stoffen nog niet gebruikt. Zouden we dat wel doen, dan zijn er minder primaire meststoffen nodig, wordt ons land zelfvoorzienender en kan de milieubelasting omlaag. In het PPS-project KNAP verkennen kennisinstellingen en bedrijven samen bronnen waarmee je de kringloop kunt sluiten. Ook wordt gekeken naar de randvoorwaarden om die bronnen op verantwoorde wijze te gebruiken. Voor de glastuinbouw concentreert het onderzoek zich op nitraat en fosfaat.

Meerdere sporen tegelijk
Op de projectpagina staat meer info over de werkpakketten van het project, dat begin dit jaar van start is gegaan en doorloopt tot eind 2026. Wat is er tot nu toe gerealiseerd en wat zijn de perspectieven? Alexander van Tuyll: “Er wordt gewerkt langs meerdere sporen. Zo heeft Eurofin met behulp van meststofanalyses tal van reststromen geëvalueerd op hun mogelijkheden en beperkingen. Die beperkingen kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van het op te werken materiaal, op (plant)gezondheid en veiligheid, of op de proceskosten die gemaakt moeten worden om waardevolle nutriënten terug te kunnen brengen in de agrarische kringloop. Voor de glastuinbouw liggen de kwaliteitseisen zeer hoog. Daar staat tegenover dat teruggewonnen meststoffen voor deze sector ook wat meer mogen kosten dan voor sectoren die lagere kwaliteitseisen stellen.”

Ammoniumwater
Voor de nitraatcomponent zoomen de projectpartners vooralsnog in op stikstofrijk rioolzuiveringsslib, waaraan ammoniumwater wordt onttrokken. Van der Knaap Groep in Kwintsheul, dat al meerdere jaren bezig is met het ontwikkelen van organische meststoffen, krijgt dit ammoniumwater aangeleverd vanuit een afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) en zet dit om in calciumnitraat. Dat gebeurt in een bioreactor met behulp van bacteriën.

Karel de Bruijn, directeur Sustainable Growing Systems, leidt het project namens de Westlandse producent van substraat en meststoffen. “Nadat we geschikte bacteriën hadden geselecteerd voor dit proces, hebben we teeltproeven in komkommer opgezet in onze proefkas”, vertelt hij. “Die lopen nog door, maar we zijn erg enthousiast over de voorlopige resultaten. De komkommerplanten groeien prima en reageren goed op deze nitraatcomponent.”

Opschalen naar duurproef
Het voordeel van komkommer is dat je in korte tijd meerdere proeven kunt doen en veel data kunt verzamelen. Daar is ook Eurofins bij betrokken, die onder andere het drainwater analyseert. Als alles goed blijft verlopen, wil De Bruijn eind dit jaar een langdurige proef opzetten in een ander gewas. “We denken aan paprika”, blikt hij vooruit. “Het interessante aan dat gewas is – behalve de teeltduur van elf maanden – dat het relatief gevoelig is voor natrium. Zoals bekend is, bevatten meststoffen vaak een klein beetje natrium, dat door de meeste gewassen nauwelijks wordt opgenomen. Oplopende natriumcijfers zijn een aandachtspunt in gesloten teeltsystemen en we zijn benieuwd hoe het calciumnitraat uit rioolslib zich op dat punt verhoudt tot andere hoogwaardige meststoffen. Welk gewas het uiteindelijk wordt, hangt echter ook van de andere partners af.”

Fosfaat complexer
Ook voor fosfaat is de keuze gevallen op AWZI’s als meest geschikte bron. In eerste instantie gaat het daarbij om fosfaat in de vorm van struviet, een mineraal wat daaruit herwonnen kan worden. “Daar kleven minder bezwaren aan dan aan alternatieve reststromen zoals dierlijke kadavers, kippenmest en stedelijk afval”, licht Van Tuyll toe. “Maar ook rioolslib bevat contaminanten die we niet in de meststoffen willen hebben. We studeren daarom nog op de processen waarmee we relatief zuiver fosfaat op de slimste manier kunnen winnen. Voor de glastuinbouw is een in water oplosbare meststof veel aantrekkelijker, wat struviet niet direct is. Vandaar dat we ook kijken naar andere innovatieve routes, zoals fosforzuur van rioolslib-as, dat mogelijk een voordeel oplevert in het bioreactorproces voor stikstof. Kortom, er valt nog genoeg te ontdekken. We hopen in de loop van dit jaar tot de juiste proceskeuze te komen, zodat we volgend jaar ook voor fosfaat kunnen starten met teeltproeven.”

Meer nieuws